Misschien herken je het wel; je bent aan het budgetteren geslagen.
Het loopt lekker, het eind van de maand nadert en….. Accu van de auto kapot en een factuur van 225 euro. Weg maand, weg budget.
Niets irritanter dan een budget wat aan het eind van de maand door een tegenslag toch geen waarheid blijkt te worden. (Nouja, op muggen in een zomernacht na dan).
Toch kun je dit patroon doorbreken en ervoor zorgen dat tegenvallers niet direct een zware weerslag hebben op je budget en het slagen daarvan.
Hoe?
Dat vertel ik je in deze blog.
Lastige soorten uitgaven
In eerste instantie zijn er twee soorten onverwachte uitgaven die lastig te vangen zijn in een budget. Uitgaven die je kunt (of had kunnen) voorspellen en onvoorspelbare uitgaven.
De voorspelbare uitgaven nemen we op in het budget, voor de andere categorie leg je een noodfonds aan (niet te verwarren met de veiligheidsbuffer).
Voorspelbare onverwachte uitgaven
Voorspelbare onverwachte uitgaven zijn eigenlijk planbare uitgaven.
Uitgaven waarvan je eigenlijk wel kunt weten dat ze één of meerdere keren in een jaar gaan gebeuren, maar je hebt ze tijdens het budgetteren simpelweg over het hoofd gezien of je weet gewoonweg niet precies wanneer ze komen.
Zeker wanneer je net begint met budgetteren kan het erg lastig zijn om alle uitgaven te vangen in een budget en zeker de incidentele zoals de waterschapsbelasting die er één in een jaar af gaat, kinderfeestjes, schoolspullen, nieuwe schoenen, noem maar op.
Als je al wat langer budgetteert (bij voorkeur al meer dan een jaar) dan heb je al een stukje historie om op terug te vallen en is het veel makkelijker om dit soort uitgaven in een nieuw budget op te nemen.
Voor dit soort uitgaven maak ik graag gebruik van een jaarbudget. Ik neem een stelpost per jaar, deel dit bedrag door 12 en reserveer dit bedrag maandelijks een aparte rekening. Je weet bijvoorbeeld dat de waterschapsbelasting per jaar € 200,00 kost?
Dan maak je per maand € 200 / 12 = € 16,67 over naar een aparte spaarrekening.
Heb je een eigen huis?
Dan weet je dat ook het onderhouden van je eigen woning geld kost.
Wanneer en hoeveel weet je misschien niet precies, maar ook hiervoor kun je een stelpost nemen. De consumentenbond rekent met een percentage van ongeveer 1% van de waarde van de woning per jaar. Is jouw woning 200.000 euro waard, dan komt dat neer op € 200.000 * 0,01 / 12 = 166,67 per maand.
Het is een mindset, maar vroeger vond ik het vervelend om grote uitgaven aan de woning te doen voor bijvoorbeeld specialistisch schilderwerk op hoogte waar je zelf met een ladder nauwelijks bij kunt, maar sinds wij op deze manier omgaan met het reserveren van een bedrag voor specifieke zaken heb ik hier veel minder moeite mee. Het geld is er en het is er immers voor bedoeld.
Onvoorspelbare uitgaven – Maak het onplanbare planbaar
Maar dan zijn er nog de onverwachte uitgaven. Je auto gaat kapot en krijgt ineens hoge kosten op zijn kop.
De wasmachine begeeft het net buiten de garantieperiode of meer van dat soort uitgaven. Er zullen altijd uitgaven blijven die je niet voorzien hebt of die gewoon gebeuren.
Vervelend wordt het natuurlijk pas echt als je ook nog eens moet gaan lenen om deze tegenvallers op te vangen. Hierdoor heb je ook nog eens te maken met rente.
Een noodfonds is wat mij betreft de ideale manier om “budget-killers” zoals deze de baas te zijn. Het noodfonds is een apart opgebouwd potje in je budget wat je gebruikt om deze tegenvallers van te betalen. Iedere maand stort je een bepaald bedrag in dit noodfonds en dat kun je vervolgens gebruiken om tegenvallers op te vangen.
Hoe groot moet je noodfonds voor tegenvallers zijn?
Hoe hoog je noodfonds moet zijn is natuurlijk afhankelijk van je eigen situatie en van wat je dragen kunt, maar ik zou starten met een bedrag € 1.000,- euro.
Daarmee kun je toch een heel groot gedeelte van de tegenvallers opvangen. Persoonlijk zou ik daarna maandelijks een vast bedrag in je noodfonds storten.
Dat is eenvoudig te budgetteren, daarmee vul je, je noodfonds extra op of je vult het weer aan wanneer je tegen een tegenvaller bent aangelopen. Is € 1.000,- nu teveel om ineens te starten?
Dan kun je met vaste bedragen per maand natuurlijk ook in stapjes opbouwen. Start bijvoorbeeld met een maandelijkse inleg van € 50,- of € 100,-.
Het verschil tussen je veiligheidsbuffer en je noodfonds voor onvoorziene uitgaven
Wij werken zelf met beide; een noodfonds voor onvoorziene uitgaven en een veiligheidsbuffer.
Het noodfonds is echt bedoeld om de budget-killers op te vangen. De uitgaven die we niet verwacht hadden betalen we hiervan en zo houden we ons budget stabiel.
De veiligheidsbuffer is voor ons echter “heilig”. Dit is een vast bedrag wat we opgebouwd hebben voor echte noodsituaties en waar we het in dat geval een paar maanden mee kunnen uitzingen.
Bijvoorbeeld als één van ons zijn werk kwijtraakt, of wanneer het land weer in een lockdown moet en je daardoor tijdelijk je opdrachten als ondernemer kwijtraakt.
Tot slot
Voor ons werkt een noodfonds in ieder geval heel erg prettig en ja, ook met een noodfonds blijven onverwachte uitgaven vervelend; maar lang niet meer zo vervelend als voorheen.