Meer dan 1.5 miljoen Nederlanders hebben een volledige of een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek.
Maar, anders dan de term doet vermoeden betekent deze hypotheekvorm helemaal niet dat je niets hoeft af te lossen.
Er bestaan veel misverstanden over de aflossingsvrije hypotheek, hier zet ik ze uiteen.
Wat is een aflossingsvrije hypotheek?
Maar eerst, wat is een aflossingsvrije hypotheek.
Bij een aflossingsvrije hypotheek leen je, zoals bij iedere hypotheekvorm, geld van de bank. Wat een ‘aflossingsvrije’ hypotheek echter zo uniek maakt, is dat je met de bank hebt afgesproken dat je gedurende de hele looptijd van de hypotheek niet hoeft af te lossen.
Tijdens de gehele looptijd betaal je dus alleen de rente over de hypotheekschuld, de totale schuld die je hebt bij de bank wordt dus niet minder!
Tussen 1995 en 2012 zijn heel erg veel aflossingsvrije hypotheken afgesloten, maar sinds 2013 doet de overheid er nu meer aan om aflossingsvrije hypotheken te ontmoedigen, sinds dat jaar ontvang je bijvoorbeeld geen hypotheekrenteaftrek meer over de aflossingsvrije hypotheek.
Misverstand 1: Hoera, ik hoef niet af te lossen!
Nou.. dat ligt iets genuanceerder.
Je hoeft inderdaad gedurende de looptijd van je hypotheek niet af te lossen, maar zodra de looptijd van je aflossingsvrije hypotheek is afgelopen verwacht de bank toch wel dat je het hele bedrag aflost.
Dat kan op twee manieren:
- Je hebt voldoende gespaard om vervolgens het gehele bedrag ineens af te lossen
- Je sluit de hypotheek over naar een andere hypotheek (bij dezelfde of een andere bank)
Aan het oversluiten zitten echter nog wel een paar haken en ogen.
Je weet immers niet hoe de situatie er na de looptijd (vaak 30 jaar) voor staat.
Als je (pensioen)inkomen bijvoorbeeld lager is dan wat je verdiende toen je de hypotheek afsloot, kan het zijn dat je minder kunt lenen.
En dus een stuk van de oude aflossingsvrije hypotheek moet aflossen.
Ik vind “aflossingsvrij” dan ook een hele slechte en misleidende term, “Hypotheek met uitgestelde aflossing” zou wat mij betreft een betere benaming zijn.
Misverstand 2: De aflossingsvrije hypotheek is de goedkoopste hypotheekvorm
Wanneer je op de korte termijn en alleen naar de maandlasten kijkt, absoluut!
Je betaalt immers alleen rente en geen aflossing per maand.
Echter, over de lange termijn is het omgekeerde waar: De aflossingsvrije hypotheek is de duurste hypotheekvorm.
Misverstand 3: Maar extra aflossen op de aflossingsvrije hypotheek is te duur door de boeterente
Veel mensen halen de boeterente aan als reden om niet af te lossen op de aflossingsvrije hypotheek.
Opvallend, want over het algemeen mag je bij praktisch alle hypotheekverstrekkers jaarlijks tot 10 á 20% van de hypotheeksom boetevrij aflossen.
Daarnaast is het vaak mogelijk de aflossingsvrije hypotheek om te zetten naar een annuiteitenhypotheek (Let op, hier zijn wel kosten aan verbonden.
Zie ook het artikel: Een annuiteiten of lineaire hypotheek
Informeer bij je hypotheekverstrekker). Let er bij het overzetten van een aflossingsvrije naar een annuiteitenhypotheek wel op, dat je maandlasten direct gaan stijgen.
Je gaat naast rente nu immers ook aflossing betalen.
Is het oversluiten van je aflossingsvrije hypotheek aan hoge kosten onderhevig, dan kun je binnen de boetevrije aflossingssom altijd je eigen annuiteitenhypotheek creëren.
Misverstand 4: Maar ik loop geen risico want ik heb overwaarde
Dat kan inderdaad zo zijn.
Je huis kan op een bepaald moment meer waard zijn (of juist minder, ik heb geen glazen bol).
De overwaarde van je huis is echter niet het enige criteria wanneer je na de looptijd van de aflossingsvrije hypotheek.
Bij het toetsen van je hypotheek wordt op dat moment bijvoorbeeld ook je pensioen inkomen meegenomen en die ligt over het algemeen toch veel lager dan het inkomen waar de hypotheek op is afgesloten.
Misverstand 5: Starters kunnen geen aflossingsvrije hypotheek meer afsluiten
Niet helemaal.
Het kan nog wel, het wordt alleen sterk ontmoedigd.
Wanneer je als starter je hypotheek na 2013 hebt afgesloten, krijg je geen hypotheekrenteaftrek meer over het aflossingsvrije deel. Daarnaast kun je ook geen NHG meer krijgen.